Jaarlijkse Finfish-studie (AIPCE-CEP) bevestigt gezondheid, stabiliteit en duurzaamheid van europese visverwerkende industrie

Belgische vereniging “Vis en Gezond” bevestigt dat ook Belgische consument steeds bredere keuze heeft uit vis van steeds betere kwaliteit

De vereniging vertegenwoordigt 20 Europese nationale verenigingen en 2 verenigingen van derde landen, voor een total van nagenoeg 3.500 bedrijven, waarvan de meerderheid hoogstens 20 werknemers telt, voor een totaal van 120,000 werknemers.
De totale omzet van de industrie vertegenwoordigd in AIPCE-CEP, bedraagt 27 miljard euro, driemaal zoveel als de omzet van de sector van de vangst.

AIPCE-CEP is de vereniging van de Europese viswerkers en vishandelaars. Meer bepaald is AIPCE de vereniging van de Europese viswerkers, terwijl CEP staat voor de Europese Federatie van Nationale organisaties van vis invoerders en uitvoerders.

Vis en Gezond, de vereniging van de Belgische van de visverwerkende industrie, is reeds meer dan 25 jaar lid van AIPCE-CEP.

AIPCE-CEP publiceert sinds meer dan 25 jaar, jaarlijks de Finfish study om een zo precies mogelijk beeld van de evolutie van de sector te kunnen schetsen.

Markante evoluties over de laatste jaren heen

  • Hoewel de traditionele vissoorten nog de consumptie in de meeste lidstaten blijft domineren, is er over de jaren heen een opmerkelijke expansie van de mix van vissoorten vastgesteld. Logistiek en bereikbaarheid hebben duidelijke vorderingen gekend en verklaren deze evolutie.
  • Witvissoorten blijven nog steeds heel belangrijk maar de expansie van andere vis uit wilde visvangst zoals tonijn, pelagische vissoorten en inktvissen biedt consumenten vandaag meer keuze. Dit wordt ook mogelijk gemaakt door de groeiende verwerkingsmogelijkheden door de lidstaten heen.
  • De snelle uitbreiding van aquacultuur wereldwijd over de laatste twee decennia heeft deze mogelijkheden extra daadkracht gegeven en verschillende soorten zijn nu goed ingeburgerd in de Europese Unie. Een deel van deze productie gebeurt lokaal binnen de Europese Unie maar een meerderheid van de aanlevering komt van buiten de grenzen van de EU. De afhankelijkheid van de import van vis uit aquacultuur is op z’n minst even groot als dat van wilde visvangst.

Markante feiten van het onderzoek 2018

  • Het totale marktaanbod van vis in de Europese Unie is lichtjes gestegen tot 14,79 miljoen ton (+0,1%). Vergeleken met 2006 is dit een stijging met 2,6%.
  • De import betreft 9,18 miljoen ton of 62%, wat een daling van 0,7% betekent.
  • De aanlevering van witvissoorten in de Europese Unie is voor 88,9% afhankelijk van de import, althans voor vis uit wilde visvangst.
  • 38% van de Europese vis wordt uitgevoerd. Dit betreft een stijging met 6,9%
  • Naast tonijn (vooral in blik en in salades) is zalm (vooral gekweekt) volume-matig wereldwijd ook uiterst belangrijk.
  • In witvis (vers en diepvries) is kabeljauw nog altijd de belangrijkste soort.

Commentaar Vis & Gezond, de Belgische vereniging van de visverwerkende industrie

“Dankzij terechte beslissingen in de Europese Unie enerzijds, en de continue vooruitgangen in de visverwerkende Europese industrie, kunnen wij vandaag vol vertrouwen vooruitkijken. Het visaanbod groeit op een gezonde en duurzame manier. De Europese en Belgische consument kan dus met een gerust gemoed vis van steeds betere kwaliteit consumeren, en hiervoor kiezen uit een breed assortiment. De invoer van vis van buiten de Europese Unie enerzijds, en de aanlevering van vis uit aquacultuur anderzijds, zijn essentieel voor een stabiele of groeiende consumptie.De uitvoer van Europese vis blijft in de lift, wat ook aangeeft dat onze producten goed aanslaan buiten de Europese Unie”, verduidelijkt Dirk Vandepitte, woordvoerder “Vis en Gezond”.