Interview van de maand. Editie n°1, juli 2018

Luk Huysmans is promotiemanager VIS bij VLAM vzw, het Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing. Hij stond aan de wieg van verschillende campagnes ter promotie van vis bij de consument.

Beste Luk, laat ons meteen met de deur in huis vallen : wat denk je van de viskwaliteit die de Belgische consument vandaag op zijn bord krijgt ?

De vis die we vandaag in de handel, op restaurant en op ons bord krijgen, is van topkwaliteit. De Belgische consument kan kiezen uit een een zeer divers aanbod in de verschillende verkooppunten.

Hoe zou je de evolutie van de kwaliteit over de pakweg laatste 20 jaar samenvatten?

In die periode is er zowel op niveau van de vissers, veilingen en visindustrie zwaar geïnvesteerd in de verbetering van de viskwaliteit. Aangepaste visserijmethodes, verbeterde bewaring op het schip en de snelle verwerking in de visindustrie verzekeren vandaag een kwalitatief aanbod in de verkooppunten.

Welke zijn  de markante gegevens over de visconsumptie van de Belg thuis ?

Binnen de korf vlees, vis en gevogelte (vers en diepvries) aangekocht voor thuisverbruik  blijft vis de laatste 10 jaar stabiel qua volume terwijl roodvlees daalt. Enkel  kip stijgt.

Het volumeaandeel vis schommelt rond de 15 %. In omzet steeg het visaandeel de laatste 10 jaar met 2 percent punten tot 18,7%.   De prijs van vis (zowel vers als diepvries) in de winkel is de laatste 10 jaar met 30 à 40% gestegen.

Het vers segment neemt toe terwijl diepvries daalt.  Zalm en kabeljauw zijn samen goed voor de helft van de visconsumptie.

De laatste jaren is het aandeel van lokaal aangevoerde vis een beetje gestegen; consumenten zullen vaker een locale vissoort kopen.

Hoe zit het met de visconsumptie van de Belg op restaurant ?

Vis op restaurant zit in de lift. Het aandeel van dit kanaal in de visconsumptie steeg van 16 naar 21% in drie jaar tijd.

Twee derde van de visconsumptie vindt echter nog thuis of bij familie en vrienden plaats. Ruim een derde wordt dus buitenshuis geconsumeerd. De horeca wordt dus steeds belangrijker als consumptieplaats.

Er zijn ook grote verschillen per soort. Zo zijn kabeljauw en zalm meer thuisproducten. Scampi’s en mosselen zijn dan weer typische restaurantproducten. In het algemeen worden vis, week- en schaaldieren relatief vaker buitenshuis geconsumeerd dan bijvoorbeeld vlees en kip.

Op restaurant probeert de consument gemakkelijker lokaal aangevoerde vissoorten dan vroeger. De vis van het jaar spreekt hen ook sterk aan als de chef dit op zijn kaart plaatst.

Wat zijn volgens u de belangrijkste uitdagingen voor de Belgische vis(verwerkende) industrie in de komende 10 jaar ?

De grootse uitdaging is volgens mij een beter evenwicht te creëren tussen vraag en aanbod, dus het beter vermarkten van de door onze vissers aangevoerde soorten.

Wereldwijd is er een tekort aan wilde zeevis en toch zijn er nog altijd soorten die de markt niet of onvoldoende halen. Geen gemakkelijke opdracht omdat de meeste vissoorten niche producten zijn met een penetatrie (kopende gezinnen) van minder dan 2%. Logistiek kunnen de visspeciaalzaken (winkels en marktkramers) en retailers met een verse vis visafdeling in bediening (naar  consument en foodservice)  hierin het verschil maken. De consument van vandaag staat hiervoor open.

Daarnaast blijft voedselveiligheid en kwaliteitscontrole doorheen de ganse keten (van schip tot bord) van cruciaal belang.

Hoe staat het met de Belgische jongeren en hun visconsumptie ?

De consumptie van vis stijgt met de leeftijd. Zo consumeert de 65 plusser thuis 2,9 kg per capita verse vis per jaar of  5  x zoveel dan de <30 jarige (0,6 kg per capita).

De jongeren consumeren vaker bereidingen op basis van vis (kant-en-klaarmaaltijden) namelijk 1,5 kg per capita (tov 1,6 kg voor de 65-plusser).

Ook bij week- en schaaldieren en gerookte vis is het verschil met de ouderen kleiner.

Waarom moet de visconsumptie in België verder gepromoot worden ?

Vis is gezond én lekker. Het speelt in op de trend naar gezondheid. We moeten duurzame visvangst en -consumptie blijven ondersteunen, en bijdragen tot een optimaal evenwicht tussen vraag en aanbod.